De wandeltocht is begonnen. Voor mijn gevoel zal na deze wandeling mijn leven twee delen kennen, één er voor en één er na. De voorbereiding is het begin van de reis en hoort er helemaal bij. In die voorbereiding worden belangrijke keuze’s gemaakt die de tocht essentieel zullen beïnvloeden. Ik heb beslist dat ik dit jaar ga, daarom is mijn wandeltocht begonnen.

Al enkele jaren loop ik met het plan rond om naar Santiago de Compostela te gaan lopen. 2006 leek daar een goed jaar voor omdat dat het eerste jaar van mijn VUT is en omdat Wilma dan nog moet werken. Nu ik gemeenteraadslid in Hellevoetsluis ben geworden, heb ik even gedacht dat het beter zou zijn om het nog een jaar uit te stellen. Ik heb besloten dat niet te doen. Van uitstel komt afstel, er is altijd wel wat.
Maar waarom doe ik het nou. Waarom wil ik zo graag die wandeltocht maken. Veel mensen pelgrimeren om geloofsoverwegingen of uit spiritualiteit, dat is bij mij niet het geval. Ik ben een ongelovige Thomas en het plan om naar Santiago te lopen stoelt dus op andere gronden.
Toch Santiago, ondanks dat ik daar veelal niet alleen zal lopen want het zijn tegenwoordig drukke route’s. Ik zou ook van Hellevoetsluis naar Rome of St. Petersburg kunnen lopen, die keuze heb ik echter niet gemaakt. Wie weet doe ik dat later nog eens. Sinds de dood van mijn vader, Jacobus van Amersfoort, op 4 januari 2003, van wie ik het lopen heb geleerd, is Santiago een doel geworden waar ik tussen mijn oren niet meer van af kom. Niet omdat ik mijn vader heilig heb verklaard maar om voor mijn gevoel de band met mijn vader af te ronden.

Mijn leven voor de tocht werd gekenmerkt door een viertal elementen waar ik zelf invloed op heb gehad: 33 jaar werk voor de vakbeweging, 40 jaar werk voor de PvdA, 3 huwelijken, 2 kinderen en 1 echt kind.
Daarnaast begon mijn leven met twee opa’s en twee oma’s, een vader en een moeder, een aantal ooms en tante’s en neven en nichten, die ik allemaal maar moest nemen zoals ze waren.

Al vroeg in mijn leven, ik was ongeveer acht jaar, heb ik geleerd op eigen benen te moeten staan. Ik groeide op bij mijn moeder. Het huwelijk van mijn ouders strandde in 1953 toen mijn vader alleen naar Canada vertrok.
In het huishouden kreeg ik eigen taken en verantwoordelijkheden, die ik zelfstandig en alleen uitvoerde. Niet dat ik dat niet aankon of zo, maar achteraf past het helemaal in mijn leven en bij mij. Zo lang ik thuis bij mijn moeder heb gewoond, is dat ook zo gebleven, de taken werden andere en zwaardere maar ze waren er altijd. Ik was enig kind, dus ik heb ook nooit geleerd om samen met anderen iets te doen, zelfs niet te communiceren.
Het lijkt nu net alsof ik mijn moeder in een kwaad daglicht wil stellen, dat is niet het geval. Ik heb mijn vervelende ervaringen uit mijn opvoeding voor haar dood met haar kunnen bespreken en daar heb ik vrede mee. Het heeft mijn leven wel heel erg beïnvloed. Ik heb echter ook heel erg veel leuke en fijne herinneringen aan haar en aan mijn jeugd en die koester ik ook.
Mijn vader was er dus niet in mijn jeugd. Ja, wel om te pochen natuurlijk. Het was voor een jongetje op de lagere school heel spannend om een vader in Canada te hebben in die jaren. In werkelijkheid heb ik hem heel erg gemist. In 1966, het jaar dat ik lid werd van de Partij van de Arbeid om er nooit meer weg te gaan, zocht ik hem voor het eerst op, in dat toen nog verre land. Ik herinner mij nog goed zijn emotie, dat ik - zijn zoon - daar samen was met hem.
Er zijn later nog vele malen op gevolgd maar pas de laatste bezoeken zijn de beste geweest. Ik heb hem kunnen vertellen wat zijn vlucht naar Canada voor mij betekend heeft en daar reageerde hij op, op zijn manier. De laatste jaren van zijn leven heb ik hem wellicht het beste leren kennen. Ik was toen ook meer mijzelf. Die herinneringen, samen met alle andere, zullen er bij mij altijd blijven. Ik neem ze mee, naar Santiago en waar ik verder ook ga in mijn leven.

De rest van de familie laat ik hier maar onbesproken, met uitzondering van mijn neef Loek heb ik er weinig aan gehad. Sommigen hebben zelfs hinder en ongenoegen opgeleverd. Ik denk dat ik daar geen tijd en energie meer in wil steken, zij doen dat trouwens ook niet.

De door mij niet te beïnvloeden factoren in mijn leven hebben mij in belangrijke mate gevormd tot wie ik nu ben. Vanzelfsprekend hebben anderen en niet in de laatste plaats ik zelf daar het nodige aan toegevoegd en bijgedragen. Vakbeweging en Partij zijn bepalend geweest voor mijn werkzaam leven. Zij hebben tevens een groot deel van mijn leven opgeslokt. Ik ben daardoor onvoldoende aan andere mensen, vrienden en aan andere activiteiten toegekomen. Dat moet dus na de wandeltocht anders, maar hoe, daar ga ik lopend over nadenken. Goede vriendschappen zijn er niet te veel en kunnen tegen een stootje. Zo hoort dat ook. Maar vriendschappen moeten voldoende inhoud hebben en verlangen respect voor elkaar. Sommige vragen om herijking.

Drie huwelijken zijn mij niet in de koude kleren gaan zitten. Aan het eerste ben ik veel te jong en zonder levenservaring begonnen. De scheiding heeft er toe geleid dat ik niet of nauwelijks contact met mijn kinderen heb en dat is een nagel aan mijn doodskist. Iedere dag weer kost het me pijn maar ik heb dat te respecteren en het went nooit. Ik wil op mijn wandeltocht nadenken over hoe ik hier mee verder moet, met minder pijn en zonder hoop en verwachtingen van hen.

Het tweede huwelijk was een vlucht en een vergissing en ik wist dat op de dag dat we trouwden, maar dat was dus te laat. Ik hoef daar verder niets meer mee maar achteraf bezien had ik minder haast moeten hebben, dan had ik vijf jaar winst kunnen boeken in welk ander leven dan ook.

Het derde huwelijk met Wilma is het beste wat me in mijn leven is overkomen. Toch zitten daar inmiddels ook slijtage plekken op.
Er is mij alles aan gelegen om samen met haar heel erg oud te worden, dat hebben we elkaar 20 jaar geleden beloofd. Ook daar wil ik dus al lopend aan werken.

Wilma heeft mij mijn enige echte kind gegeven, Natasha. Van haar krijg ik heel veel liefde en support. Ik vind van mijzelf dat ik te weinig met haar doe. Al wandelend ga ik daar concrete plannen voor maken die geen plannen mogen blijven. Zij onderhoudt de website en mijn berichten komen dus via haar op de site.

Ik ga bewust alleen, om mijn grenzen nog beter te leren kennen.
Ik ben als gezegd een einzelganger, overigens één die niet zonder anderen in het leven kan. Anderen lopen bovendien altijd in een ander tempo en samen met anderen betekent ook rekening houden met elkaar en daar heb ik in deze tocht geen zin in. Ik wil lopen op mijn eigen manier, een poosje alleen op mijzelf aangewezen zijn, met mijn eigen levenservaring in mijn rugzak om na de wandeltocht, samen met Wilma en alle lieve vrienden, zonder overbodige ballast verder te kunnen.

Ik groet jullie allen en tot na de tocht, ik zal jullie op de hoogte houden.

Theo.