St.Jean Pied de Port, 8 juli 2006
Etappe 16
Dag allemaal,

6 Dagen vakantie met Wilma was een heerlijke onderbreking, jammer dat het weer niet mee zat, we hebben de zon niet gezien in die dagen en dat was voor Wilma terecht een grote teleurstelling, het was tenslotte haar vakantie. We hebben het verder zeer naar ons zin gehad. Ik heb haar een stukje van de route laten zien en we zijn samen naar Orthez en Bayonne geweest. Beide zijn mooie steden, vooral Bayonne ligt heel mooi aan het water en is de moeite van een bezoek zeker waard.

Salies de Béarn, waar we een appartement op camping 'L Esperbasque hadden gehuurd, is ook een heel mooi plaatsje. Er is een oude zoutmijn en ieder jaar wordt er dus nog het feest van het zout gevierd. Pyrenees Atlantique wordt eigenlijk in twee delen gesplitst, enerzijds de Béarn, anderzijds Pays Basque. Het Baskische frans is voor mij niet te verstaan en lijkt denk ik een beetje op het spaans. De huizen in Baskenland zijn wit met grote steenaccenten op de hoeken van de muren. In de Béarn zijn de huizen creme kleurig en zijn er meer variaties.

Gisteren, vrijdag 7 juli is Wilma weer naar huis gereden en ben ik aan mijn volgende loop etappe begonnen. Het was een moeilijk en emotioneel afscheid, weer zes weken alleen voor Wilma en weer zes weken zonder haar voor mij.

Het lopen was na een week rust toch weer even wennen en het was nog een enorm zware etappe ook. Ik ben hier in de Pyreneën maar gisteren nog niet in het hoog gebergte. Toch waren er flinke hellingen en dalen en weer veel losse stenen, grind en hobbelige paden. Die combinatie maakte het bijzonder zwaar. Met de stok er bij ging het nog net maar het was wel de zoveelste aanslag op de enkels. Dalend voel ik mijn knieën, dat is normaal maar ik voelde wel in het bijzonder de plek waar ik aan mijn meniscus ben geöpereerd, twee jaar geleden. Voor mijn gevoel was deze etappe, van Sauveterre de Béarn naar Ostabat de zwaarste uit de Voie de Vezelay. In St. Palais na 15 km kwam ik Patrick uit Ierland tegen. Ik schat hem ouder dan ik zelf ben en hij is van huis uit vertrokken. Met de boot naar Cherbourg en verder lopen naar Vezelay en daarna dezelfde weg als ik heb gedaan. Hij liep op Nike gymschoenen maar liep wel moeilijk, ik kan me daar wat bij voorstellen. Ik heb op mijn hoge, zware Han Wag schoenen al problemen genoeg, wat moet hij dan wel niet voelen. Een km of 4 verder lag hij naast de weg op een rustig plekje te slapen. Meteen daarna kwam de zwaarste helling van de dag.
In Ostabat heb ik overnacht, daar komen drie routes bij elkaar, die uit Parijs, die uit Le Puy en mijn route uit Vezelay. Het wordt nu dus drukker op de verdere route.

Vandaag, 8 juli liep ik het laatste stukje van de Franse route naar St. Jean Pied de Port. Dat is ook de start van de Spaanse route, de Camino Frances. Hier starten dus ook nog eens veel mensen die alleen die route lopen. Het wordt dus nog drukker. Hier in St. Jean Pied de Port draait alles om de pelgrims naar Santiago de Compostela, enerzijds touristisch anderzijds om service te bieden aan de pelgrims.

Mijn Franse route van bijna 900 km zit er op en hoef er nog maar minder dan 800 tot de kerk in Santiago de Compostela. Ik was nog nooit in Spanje en ga dus onbekend terrein en een onbekend land tegemoet. Ik laat met weemoed Frankrijk achter me, het was heerlijk.

De weg naar Santiago is de weg van de gewone mensen. De meeste pelgrims gaan hun weg ook om geloofsredenen, dat ligt natuurlijk ook voor de hand het is niet voor niets de oorsprong van het pelgrimeren naar deze stad. We voelen ons pelgrim en zeggen dat ook te zijn wanneer het ons in het kader van deze reis van pas komt. Paul, mijn reisgenoot van een aantal dagen zei het treffend: we zijn dan wel pelgrim maar we zijn toch geen boetelaren. We hoeven niet gestraft te worden of ons zelf te straffen. Daarom eet en drink en geniet ik met volle teugen. In de Dordigne was dat Confit de Canard en hier in de Pyreneën drinken we vooral Jurasson witte wijn. Er zijn heerlijke zoete die Wilma ook heel lekker vindt maar er is ook een heerlijke droge. In Orthez dronk ik een heerlijke rode wijn uit die stad zelf. Toen ik Orthez binnen liep over een lange dalende weg kwam ik langs Chateau Moncade. Daar wordt 1 ha beplant en geëxploiteerd, bijzonder dus en heel lekker.
De hardlopers nuttigen pasta, gedroogd fruit, water en chocolade. Dat doe ik natuurlijk ook maar niet elke dag hetzelfde, dat wil er bij mij niet zo in. Als ik 's-ochtends op weg ga heb ik 2 liter water bij me, 2 nectarines en 2 verse abrikozen. Uiteraard brood en camambert of droge worst. Normaliter kom ik daar de dag prima mee door. 's-avonds warm eten is niet altijd prettig omdat je dan met een volle maag gaat slapen. Daarom is het vaak beter om 's-middags goed te lunchen en het 's-avonds wat rustiger aan te doen. Meestal ga ik rond 22.00 uur slapen want om 06.30 uur gaat de wekker weer.

Morgen 7 uur klimmen en 1 uur dalen naar Rocevalles, naar Spanje over de Col. Het zal mij benieuwen.

Dank natuurlijk voor alle reacties in het gastenboek, die support is nog steeds geweldig.

Groet,
Theo

boven

Roncevalles, 10 juli 2006
Etappe 17

Het is een reis met grote verschillen, vandaag was zeker een hoogtepunt. Ruim 8 uur lopen, waarvan 7 uur klimmen van 160 m naar 1450 m en daarna 1 uur dalen, 500 m in 3,9 km. Dat is steil kan ik jullie verzekeren. Ik vertrok in St. Jean Pied de Port om 8.00 uur en was om 16.00 uur hier in Roncevalles. De Pyreneen over. Ze zijn hier niet zo hoog als bij de col's van de Tour de France maar toch,... Ik heb zeker 4 liter water gedronken en ben nu aan de pils terwijl ik dit schrijf. Hier in Spanje hebben ze weer een ander toetsenbord, dus het is weer wennen, de schrijffouten zijn daar aan te wijten.

Het begon als een bewolkte dag met aardig zicht in de eerste kilometers. Daarna uren in de wolken, koud, nat en geen zicht. Loop ik de berg op, hoor overal bellen rinkelen maar zie niets. Eerst zijn het koeien, daarna geiten en bokken met grote hoorns en nog hoger worden het wilde paarden die overigens helemaal niet zo wild zijn want je kunt ze zo over de neus aaien. Maar zo'n beest staat wel ineens voor je neus. Dan kom ik op de top van de col en daar is het ineens helder, zon, warm en door een aantal gaatjes in de bewolking is er ook uitzicht, met name aan de spaanse kant richting Pamplona. Dan volgt de afdaling, ik zei al bijzonder steil, de knieën hebben het geweten. Maar alle ledematen hebben zich vandaag goed gehouden.

Ik ben nu dus in Spanje, in de provincie Navarra. De eerste kennismaking is wat mij betreft positief. Het is hier allemaal een stuk goedkoper, slapen kost 5 euro, eten 8 en overal aan de route komt drinkbaar water uit de kraan. Ik slaap wel in een refugio met meer dan 100 bedden, het zal mij benieuwen vannacht. Hetzelfde pilsje is hier ook een stuk goedkoper, in Frankrijk rekent men voor een groot glas bier van een halve liter toch gauw 5 euro of meer en hier maar 3. Ik zal maar denken dat dat goed is voor het budgetgemiddelde.

Lieve reactie van Wilma in het gastenboek en ook de andere uiteraard.

Groet,
Theo

boven

Puente la Reina, 12 juli 2006
Etappe 18

Na de mooie etappe over de Pyreneën volgde een eveneens fraaie van Roncevalles dat op 952 m hoogte ligt naar Zubiri dat op 530 m hoogte is gelegen. Dan zou je denken dat is lekker dalen maar dat is dus niet zo. Veel venijnige klimmetjes, weer vaak over losse stenen waar je je enkels op stuk loopt. Pas de laatste 2 km daalden we 300 m. De grindpaden gaan me hoe langer hoe meer de keel uithangen, ze beïnvloeden mijn motivatie in negatieve zin. Dit is geen genoegen meer, je kan niet rond kijken naar de mooie omgeving en daar is alle aanleiding toe, maar ik moet voortdurend naar de grond kijken om te zien waar ik mijn voeten neer zet, om niet te struikelen, te verzwikken of erger. Dit is geen lekker lopen meer maar dit is een straf, erger dan in Frankrijk het geval was maar hier in Spanje is het kilometers achter elkaar losse stenen en nog eens stenen. Dit doe ik niet voor mijn plezier. Als ik mijn benen of andere onderdelen niet breek dan voltooi ik de tocht wel maar leuk is anders. De ANWB routegids verontschuldigd zich als het over asfañt gaat, wat mij betreft hoeven ze dat niet te doen, in tegendeel.

De etappe liep via de Passo Erre en ging langdurig door bos en weiden, over en langs heldere watertjes, veel populieren, acacia´s, wilgen en prachtige bergbloemen. Het is nog steeds het land van de basken, wit gekalkte boerenhuizen met grote poorten en natuurstenen kozijnen. Ik liep nog steeds hoog op de heuvelrug, op zo´n 800 meter denk ik, toen er ineens een gedenkteken was van een daar in 2002 overleden 64 jarige japanse pelgrim. een mooiere plek om dood te gaan is nauwelijks voorstelbaar, prachtige natuur, geweldige uitzichten over bergen en dalen.

Ik liep die dag samen met Sascha, 31 jaar uit Berlijn waar hij met de fietstaxi toeristen vervoert. Het leuke van Spanje is dat ik er ook veel jongeren tegenkom. Wat dat betreft is het erg veranderd. In Frankrijk ontmoette ik bijna louter leeftijdsgenoten of ouder. Bovendien kwam bijna iedereen uit west Europa. Nu lopen er Brazilianen, Japanners, Canadeze, Polen, Hongaren etc. Patrick de Ier die ik in St. Palais ontmoette blijkt weliswaar een Ier maar woont en werkt al jaren als Priester in Brazilie en heeft ook langdurig in Nigeria gezeten. Hij loopt samen met een Ierse vriend Micheal, wiens vrouw vorig jaar is gestorven en die dat nog niet verwerkt heeft. Beide Ieren, meerdere Engelsen en Schotten zijn zeker sfeer verhogend in dit deel van de tocht, het is ´s-avonds erg gezellig.

Van Zubiri ging het naar Pamplona. Wilma en ik waren er vorige week heel even maar zijn de stad niet in geweest. Dat hadden we dus wel moeten doen. We moesten toen nog terug en er was weinig tijd maar het is een prachtige stad waar veel te zien is. Toen ik er door liep was er feest, het feest van St. Fermines. Dat is een Christelijk feest, verbonden aan een lange geschiedenis. St. Fermin is de beschermheilige van de stad. Alle inwoners liepen in witte kledij met rode accenten als sjaals en heupdoeken. Iedere ochtend om precies 8 uur worden de stieren door de straten naar de Arena gedreven en vooral jonge mannen proberen zo lang mogelijk voor die stieren uit te lopen om op het laatste moment weg te springen, ze demonstreren daarmee hun moed. Dat gaat natuurlijk herhaaldelijk fout. Het feest wordt elk jaar van 6 tot 14 juli gevierd en de hele stad staat in het teken van dat feest en vrijwel alle inwoners doen er aan mee. Er hing een geweldige sfeer toen ik er door liep met verschillen straatorkesten en veel folklore. Ik deinde als pelgrim met de rigzak op gewoon mee in de menigte, een geweldige ervaring. Ernest Hemmingway schreef er een boek over " Fiesta " en maakte daarmee deze stad wereldweid bekend, hij kreeg er een standbeeld voor.

Vandaag 12 juli ging het van Pamplona naar Puente la Reina. Hier komt de laatste route, die welke in Arles in Frankrijk start ook op de Camino Frances. De tocht ging vandaag uiteraard weer over bijna louter stenen over de Sierra del Perdón, een bergrug van nog geen 1000 meter hoog die de klimaatscheiding tussen een voorgebergte met veel groen in het noorden en eendroog gebied in het zuiden vormt. Op die Sierra, die bergkam, staan honderden gigantische windmolens omdat het hier meestal waait. Hier in Spanje geldt nog meer de wet voor mij om ´s-middags te eten en ´s-vonds nog iets lichts want dineren in de avond begint hier om 21.00 uuren dan ga ik al bijna slapen.
Vanmiddag was het sla, een stukje varkensvlees met frites en ijs toe. Uiteraard werd één en ander begeleid door een glaasje wijn. Ik vertelde al van het gedenkteken van de Japanner. Vandaag kwam ik langs een dergelijk teken van een Belgische Pelgrim. De tekst er bij trof mij: " Als God je komt halen, zo ver van huis, dan kan je niet meer verdwalen, dan ben je thuis." Ook hij stierf op een prachtige plek boven op een berg.

Op deze paden wordt het lopen er niet leuker op, ik schreef daar al iets over, toch gaan iedere morgen de benen verder, dus ik ook.

Groet,
Theo

boven

Ayegui, 13 juli 2006
Etappe 19

Vandaag, 13 july ging het van Puente la Reina naar Ayegui. Een schitterende wandeling door een geweldig mooi landschap met veel oude plaatsjes die heel mooi tegen berghellingen aan liggen en waar het lijkt of de tijd heeft stigestaan. Ik ging over drie zeer oude bruggen, een romeinse, een middeleeuwse en een gereconstrueerde middeleeuwse. Ayegui waar ik nu ben ligt net na Estella, met een zeer authentiek oud centrum. Zeer veel geschiedenis hier in Navarra.

's-Morgens vroeg is het heerlijk om te lopen, daarom vertrek ik vroeg om 07.00 uur maar er zijn er die al uren eerder vertrekken, daardoor is het soms onrustig slapen. De warmte wil men ontlopen, ik vind die juist zo heerlijk, helemaal door en door warm worden bevalt mij weer geweldig, ik kan daar goed tegen en denk wel eens dat dat goed is voor de mensen om minimaal jaarlijks zo intens warm te worden, ik voel de zon en de zomer in mij. Vandaag slaap ik in een plaatselijke sporthal, waar een refuge aan is toegevoegd. Uitstekende sanitaire voorzieningen in ieder geval, die laten in sommige refuges nog wel eens te wensen over. Zo was er voor de mannen in Cizur Menor maar één wc en douche in één hok terwijl we toch gauw met zo´n 50 mannen waren. Daar betaalde ik 4 euro voor het bed, hier betaal ik 8 euro en krijg er ook nog ontbijt bij.

Er zijn wel heel veel verschillende mensen op deze route. De wandelaars en fietsers die vaak lange afstanden afleggen om naar Santiago de Compostela te gaan. Dan heb je de mensen die alleen de Spaanse route lopen, van St. Jean Pied de Port of van Roncevalles enerzijds of vanaf Puerto de Somport op de weg die van Arles komt. Velen nemen die wegen gelukkig serieus maar er zijn er ook die je nooit ziet lopen en die er een goedkope vakantie van maken. Die zie je alleen bij de refuges. Zij zijn er meestal als één van de eersten want met de auto gaat het snel. Je loopt alleen de laatste kilometer met een kleine rugzak, en 's-morgens loop je weer naar je auto. Een credential die je voor de refuges nodig hebt is hier bij ieder bureau de tourisme te koop. Dan heb je ook nog de mensen die jaarlijks een week of meer lopen of de mensen die denken dat je de Spaanse route gewoon in veertien dagen vakantie kunt lopen.

De benen gaan morgen weer verder, ik ook.

Groet,
Theo

boven

Viana, 15 juli 2006
Etappe 20
Dag allemaal,

Lopen in dit deel van Spanje wordt beheerst door zon, warmte en het verbruik van vocht, voornamelijk water maar ook Cola (American Koffie), Ice tea, koude chocolademelk, koffie etc. Elke dag transpireer ik alle kleding die ik draag drijfnat. Ik kan mijzelf en de kleding iedere dag wassen maar dat verhindert niet dat ik mijzelf in de loop van de dag ga ruiken, welke kleding ik ook draag. Dat maakt de douche na afloop van de wandeling des te belangrijker. Er zijn ook medewandelaars die de douche laten voor wat het is maar dat zijn er gelukkig maar weinig. Ook het wassen van de kleding is voor elke pelgrim iedere dag een vast, terugkerend ritueel. de meesten, zoals ik hebben een tube wasmiddel bij zich en sommige refugio´s hebben een wasmachine, dat is natuurlijk geweldig want dan wordt het toch beter schoon dan met de hand in niet altijd al te heet water. Een droger heb je hier niet nodig, zon en wind zorgen er voor dat je was in een mum van tijd droog is. Gisteren ging de tocht van Estelle/Ayegui, via een lange klim naar Villamayor de Monjardin en verder naar Los Arcos, waar ik overnachtte. We kwamen al snel langs het wijnhuis van Irache waar niet alleen een waterkraan voor de pelgrims was aangebracht maar ook een wijnkraan waaruit heuse viño tinto kwam. Uiteraard heb ik er van geproefd al was het om 07.00 uur in de ochtend. De wijn was trouwens niet te drinken. Water is hier trouwens in ieder dorp uit een bron of een kraan te verkrijgen. Bij sommige kranen smaakt het een beetje naar chloor maar zeker de bronnen zijn heel goed. Water is onze eerste levensbehoefte en de afstand tot de volgende bron mag dan ook geen onbekende factor zijn. De omgeving is hier dor, droog, stoffig en straalt overal warmte uit. De aarde is Terra Cotta rood en er wordt voornamelijk graan en wijn verbouwd.

De wegen om te lopen zijn hier redelijk goed, hard, stoffig zand met hier en daar wat steenslag. Vanzelfsprekend zijn er ook stukken keien en een enkel stuk asfalt. Er is niet of nauwelijks beschutting tegen de zon want behoudens een enkel bosje met vaak oude steeneiken zijn hier geen bomen. Wel prachtige dorpen en steden op berghellingen. Kloosters en kerken te over maar die zitten hier allemaal op slot. Als je er in wilt dan moet je bij de dienstdoende mevrouw in het dorp de sleutel gaan vragen. In de plaatselijke Bar weten ze wel wie dat is.

In Los Arcos staat een zeer fraaie kerk, een combinatie van gotiek en barok. In deze kerk hangt onder meer een veelluik uit de Vlaamse school. Er is hier in dit deel van de route veel kunst te zien. De meeste pelgrims gunnen zich daar geen tijd voor, die willen binnen de kortste keren in Santiago zijn. Zo nu en dan neem ik die tijd wel en dat geeft mij een aardig beeld van de streek. Dan doe ik er gewoon een paar dagen langer over. Vandaag liep ik samen met Louise uit Parijs, van origine Engelse, naar Viana, via Torres de Rio. In dat dorp staat een prachtige kerk uit ongeveer 1160 die een koepel heeft die Arabisch is geïnspireerd. De ribben vormen een ster met acht punten. Er is hier veel meer Moorse invloed. Paulo Couelho schrijft daar ook over.
Viana, waar ik nu ben werd in 1219 gesticht waarna het pas werd opgebouwd. Het ligt, zoals zo veel plaatsen hier tegen een berghelling en op een punt van die berg.

De afgelopen week liep ik met een grote groep leuke mensen. Niet dat je allemaal samen in een rij loopt want iedereen loopt zo zijn eigen wandeling, maar bij de koffie, de lunche of ´s-avonds zie je elkaar en praat je over de tocht en over ons zelf. Sommige namen, zoals die van Patrick heb ik al eens genoemd. Maar er zijn ook veel Amerikanen, Canadezen, Israelieten en natuurlijk Spanjaarden. Er zijn ook Fransen en Italianen. Diëgo uit Venetie bijvoorbeeld spreekt goed engels en dan is er al snel de nodige conversatie. Dat geldt ook voor Andrea uit Budapest.

Zo dat was het wel weer voor vandaag. Dank voor alle reacties en tot de volgende keer.

Groet,
Theo.

boven

Logruño, 17 juli 2006
Etappe 21

Dag allemaal,

In Viana werd zondag de 30e Concentration Aurora´s gevierd. Voor zover ik heb kunnen nagaan is dat het feest van de dageraad, van het licht. Het wordt jaarlijks in een andere Spaanse plaats gevierd en nu was het uitgerekend op de dag dat ik er was in Viana. Ik hield er een rustdag. Uit heel Spanje kwamen er koren bijeen en er werd gestart met een samenzang van ik denk wel 5000 mensen onder leiding van een voorzanger. Vanzelfsprekend waren er ook nog een paar bobo´s die het woord deden en die vooral op z´n Spaans heel belangrijk waren. Vervolgens gingen al die koren zich verplaatsen door de stad om op allerlei verschillende plekken één of meerdere liederen ten gehore te brengen. Het huis waar ik verbleef was ook zo´n plek. Ik heb heel veel van die koren dus langs zien en horen komen. Volksliederen die ik niet begrijp maar die wel geweldig klonken en de geestdrift waar mee werd gezongen was hartverwarmend en maakte me zo nu en dan heel emotioneel. Jammer dat ik geen geluidsopnamen kon maken.

Vandaag was het de bedoeling om verder te gaan maar ik ben in Logroño blijven steken na 11 km. Daar kwam ik Thijs weer tegen en we hebben gezellig samen koffie gedronken. Daarna heb ik besloten om vandaag hier te blijven en morgen verder te gaan en mogelijk dan maar wat meer km te lopen. Logroño is de grootste stad in La Rioja, ik ben dus uit Navarra en in La Rioja. Ook ben ik vanochten over de Ebro gegaan, één van de belangrijke Spaanse rivieren die vroeger op school moesten leren en die ook veel in puzzels voorkomen. Op de berghellingen wordt hier uiteraard wijn verbouwd en ook de winkels staan er mee vol. Het is wel leuk om weer eens in een grote stad te zijn. Wel vol met spanjaarden en die praten nog al hard, alsof ze elkaar moeten overschreeuwen. De mannen zijn hier nog al macho en de vrouwen meestal lelijk met een ietwat geile uitstraling. In het openbaar nog net niet vrijen is hier iets wat veelvuldig voorkomt. Ik zat in een café-restaurant te eten en dan valt je op dat ze ook allemaal roken, binnen op de grond gewoon de as laten vallen en de cigaret uittrappen of laten vallen. Ze laten overigens alles gewoon vallen ook op straat, het is overal rommel en rotzooi en vuil. Ze kijken van nature boos maar zijn het niet en ik heb de indruk dat ze onder elkaar heel sociaal zijn. Ook naar vreemdelingen zoals ik met weinig kennis van de taal, zijn ze zeer behulpzaam.

Groet vanuit een zeer warm Logruño.

Groet,
Theo.

boven

Redecilla del Camino, 19 juli 2006
Etappe 22

Dag allemaal,

Gisteren, dinsdag 18 july, liep ik 28 km van Logroño naar Najera. Vooral het eerste deel was prima te lopen, goede wegen, door een mooi gebied. De natuur en de infrastructuur om Logruño is zeer ingesteld op de sportieve inwoners en die maken daar dus ook massaal gebruik van. Brede wandelpaden die goed onderhouden zijn en rond een groot meer lopen. Iedereen loopt er dus, hard, zacht, jong en oud. De Pelgrims maken er graag gebruik van. Het tweede deel, jullie raden het al was weer als vanouds een straf. Langdurig keien en door het stof van wegwerkzaamheden die parrallel lopen aan de N120, waaraan dus gewerkt wordt. Tenslotte nog eens geruime tijd door een industriegebied waar de wandelpaden zijn omgelegd en wij onze weg maar op de reuk moeten vinden. De Alberge in Najera is ook op een andere plaats dan in de wandelgids staat aangegeven, ook dat was dus zoeken. Een ruimte van nog geen 100 vierkante meter met een kleine 100 stapelbedden. Gelukkig was er wel airco maar slechts 2 WC´s en 2 douches voor de mannen en hetzelfde voor de vrouwen. Het onweer bracht ´s-avonds gelukkig wat afkoeling.

Vandaag was het de hele dag bewolkt en 20 graden. Eerst liep ik van Najera naar Santo Domingo de la Calzada. Daar is een bijzondere kathedraal. Er is een kippenhok in met een kip en een haan. Als de haan kraait wanneer je in de kerk bent als pelgrim, dan is dat een voorteken dat de pelgrimage voorspoedig zal verlopen.

* Volgens de legende overnachtte een Duits pelgrimsgezin in de herberg waar het dienstmeisje de zoon van het gezin probeerde te verleiden. Omdat de jongen niet op haar avance´s ingaat verstopte ze een zilveren beker in zijn bagage. Bij vertrek sloeg ze alarm. De jongen werd veroordeeld en opgehangen. De ouders zetten de pelgrimage voort en klaagden hun nood bij de apostel. Op de terugweg in Santo Domingo zagen ze tot hun vreugde dat de zoon nog leefde. De apostel had hem ondersteund waardoor hij niet gestikt was. Toen de bisschop er van hoorde, die net wilde beginnen aan het eten van gebraden haan en kip, riep hij: dit beest zal nog eerder vleugels krijgen dan dat het waar kan zijn. Ze kregen direct vleugels, de haan kraaide en de vogels vlogen van de borden op. *

De haan kraaide niet toen ik binnen was.

Na het bezoek aan deze kerk liep ik nog door naar Redecilla del Camino door een glooiend heuvellandschap aan de voet van de Sierra de la Demanda. Prachtige vergezichten maar langzamerhand een beetje een ééntonig landschap. Graan en wijn en heuvels met hier en daar een bosje steeneiken of zoiets. In totaal was het 33 km vandaag.

Er zijn hier zeer veel ooievaars. Overal zie je ze vliegen en op torens zitten. Alleen al in Logruño zaten er vier koppels op de toren van de kerk. Ook in het land zie je ze overal, ook in gemaaide graanvelden, op oude schoorstenen etc.

Van Rioja ben ik overgegaan in de provincie Burgos, die bij de autonome regio Castilla-Leon hoort. De volgende dagen gaat het in rap tempo naar die stad.

Groet,
Theo.

boven

San Juan de Ortega, 20 juli 2006
Etappe 23

Dag allemaal,

Nogmaals dank voor alle reacties in het gastenboek, het is inderdaad geweldig om die respons te krijgen. De meeste machines maken het echter niet mogelijk om direct vanuit het gastenboek te reageren dus dat doe ik later nog wel eens. Hier in Spanje is het inderdaad vrijwel overal mogelijk om te internetten en dus wordt wellicht de frequentie wat hoger.

Vandaag liep ik twee maanden. Dat is lang. Er zitten wel een paar rustdagen in en een week met Wilma, maar ik merk aan mijzelf dat het toch erg lang van huis, lief en snoep is. Dat maakt het er niet gemakkelijker op. Langzaam maar zeker wordt het gevoel ook sterker dat er meer is in de wereld dan lopen (ook al is het in de zon), zweten, wassen, eten en slecht slapen. Twee maanden zonder nieuws, zonder de tour de france, wimbeldon etc. Enkele voetbalwedstrijden uit de world cub uitgezonderd. Vandaag dacht ik een nederlandse krant te zien, was het de spaanse uitvoering van METRO. Hoe een mens kan snakken naar gewoon leven, naar de dingen van alle dag. Tegelijkertijd wordt deze reis een uitputtingsslag. Enerzijds de wil om naar Santiago te lopen, anderzijds de protesten van mijn lichaam. Ik merk heel duidelijk op tal van punten, dat mijn lichaam zegt " maar dit hebben wij niet afgesproken". En dus wordt er geprotesteerd. Vooral enkels en voeten hebben langzamerhand in toenemende mate bezwaren tegen dit gebeul.

Het lopen in Frankrijk vond ik veel leuker dan hier in Spanje. Zeker niet gemakkelijker maar wel veel minder druk. Wel mooie routes en een taal waar ik nog iets van begreep. Hier is het een massaal gebeuren, lopen in de kudde. Er loopt en fiets hier een lange sliert van mensen over de camino frances. Overal zie je groepjes pelgrims, een enkeling is een hoge uitzondering. ´s-Avonds treffen al die mensen elkaar in de alberge´s waar je aan slaap te kort komt door de warmte en de aanwezigheid van te veel mensen en de slechte sanitaire voorzieningen. Dat is slecht voor mijn moraal. Ik doe dit niet voor mijn plezier.

Ik vertelde al dat er ook fietsende pelgrims zijn. De meesten fietsen heerlijk op de wegen die ongeveer parallel lopen aan mijn route. Er zijn echter ook, vooral hier in Spanje, in toenemende mate fietsers, nauwelijks bagage, op ATB fietsen, die het leuk vinden om, soms met grote snelheid over ons wandelpad te jagen. Een bel op die fietsen kan er blijkbaar niet meer af. Al een aantal malen ben ik bijna omver gereden. Een grote mond in het Spaans of Italiaans is dan mijn deel. In Frankrijk was dit niet aan de orde.

Toch ging ik vanochtend weer verder, voor de langste etappe tot nu toe. 37 km. Van Redecilla del Camino naar San Juan de Ortega. Lang en zwaar over de Montes de Oca (De bergen van de gans) tot meer dan 1120m hoogte. Het is hier stil en éénzaam als er geen pelgrims zouden zijn. Naar de verhalen werd deze streek vroeger onveilig gemaakt door struikrovers. Wel was er weer wat meer begroeiing van bomen en planten. Vooral veel hazelnootstruiken, kersen- en pruimenbomen, eikenbos, heide en brem. Bij Tosantos was er een prachtig gezicht op een rode zandsteenrots, de hermitage "Virgen de la Peña".

Morgen naar Burgos.

Groet,
Theo.

boven

Burgos, 21 juli 2006
Etappe 24

Dag allemaal,

De mail van gisteren heeft nog al wat los gemaakt, dank voor die steun. Ik zal mij niet door de eerste de beste dip laten beïnvloeden. Toch probeer ik eerlijk te zijn in mijn verhalen naar jullie en het niet mooier voor te stellen dan het is. Spanje is een geweldig mooi land maar ik heb er niets mee. Ik vind het ook ééntonig qua landschap, de plaatsen zien er allemaal ongeveer hetzelfde uit en het landschap is overal mooi maar wel weinig variatie. Bergen zijn mooi maar na twee weken dezelfde soms afgeplatte tafelbergen wil ik wel weer eens wat anders zien. En inderdaad ik wil langzamerhand wel weer naar huis maar eerst nog even naar Santiago.

Vandaag liep ik van San Juan de Ortega naar Burgos. 25 km in de brandende zon. Gelukkig kan ik daar goed tegen. Op papier was het een middelzware etappe maar voor mij viel dat enorm mee, veel asfalt en dat vind ik niet erg.
Na ongeveer een uur lopen kwam ik in Atapuerca, daar zijn ooit resten gevonden van de eerste mensen die in Europa leefden. Er worden nog steeds vondsten gedaan door antropologen. De geleerden zijn het echter nog niet eens over de relatie tussen deze Homo Antecessor en de Homo Neanderthaler en de Homo Sapiëns.

Burgos, althans de oude binnenstad is geweldig mooi. Hoge huizen met beglaasde balkons / erkers over de volle hoogte van de panden, kerken, poorten, pleinen, stegen. Veel hoge herenhuizen en de betre winkels. Voor het eerst kwam ik Wilma haar lievelingsschoenen Campers tegen. De dames maten gaan hier echter niet verder dan 39 en dat is dus een probleem, bovendien is de keuze beperkt. Ik blijf echter kijken. Burgos is in de vroege middeleeuwen gesticht, vanouds heeft de wolhandel hier een belangrijke stem. Met deze temperaturen vraag ik af of wol hier veel gedragen wordt. In de kathedraal, de eerste waarvoor ik moest betalen om er in te mogen, vond ik onder andere El Cid, de held van Spanje. Veel bouwwerken zijn in romaanse, gotische en renaissancestijl. Na deze laatste periode is er in deze oude binnenstad niet veel meer veranderd. Er is wel heel veel cultuurgoed te zien in deze mooie stad.

Morgen houd ik een rustdag en ook om hier nog eens rond te kijken, overbodige spullen naar huis te sturen en mijn voet wat rust te geven.

Groet,
Theo.

boven

Burgos (vervolg), 24 juli 2006
Etappe 25

Dag allemaal,

De rustdag heeft mij onvoldoende goed gedaan. De pijn in mijn linker voet en enkel is alleen nog maar erger geworden en ik kan eigenlijk mijn wandelschoen aan die voet niet aan hebben. Twee tabletten paracetamol 650 krijgen de pijn er niet onder. Dat heeft mij doen besluiten niet verder te lopen. Dat dat geen gemakkelijk besluit was zullen jullie wel geloven. Al jullie steun, support en geloof in mijn kunnen hebben mij geweldig geholpen gedurende de wandeltocht van 1200 km. Tegelijkertijd heeft het niet kunnen verhinderen dat de techniek mij in de steek laat. De voet wil gewoon niet meer en ik hoef er ook niet per sé invalide van te worden. Wie mijn motivatie goed gelezen en begrepen heeft weet, dat ik niet voor de prestatie liep. Ik had een aantal punten waar ik aan wilde werken, dat heb ik ruimsschoots gedaan. Ik heb terug gekeken in mijn leven, ik heb voor mijzelf de problemen waar ik mee liep kunnen aanpakken. Zo heb ik conclusies kunnen trekken voor de toekomst. Als ik thuis ben dan zal ik daar nog wel een keer op terugkomen.

Gisteren heb ik, nadat ik definitief had besloten, de bus genomen van Burgos naar Santiago de Compostela. Dat was nog een happening op zich. De bus is hier in Spanje, voor mijn begrip erg goedkoop. Ik kocht een kaartje voor 33 euro terwijl ik een afstand van 500 km moest overbruggen. Om 10.00 uur zou de bus vertrekken. Er zijn hier plaatselijke busstations en daar kwam dus ook deze bus binnenrijden, stopte en reed weer door. Er was geen gelegenheid om in te stappen. Na een uur wachten, reclameren en met smoezen afgehouden worden, bleek dat er een communicatiefout was geweest met de chauffeur. Die dacht dat er geen passagiers waren om in te stappen, terwijl er vier stonden te wachten. Uiteindelijk werden we met z´n vieren + de bagage in een mercedes taxi geladen. Die mooie dure auto bleek qua bagageruimte maar heel klein te zijn, met twee koffers bleek die helemaal vol. Ik zat voorin maar met mijn rugzak op schoot, half tussen de benen. Zo werden wij een uur rijden verder bij de wachtende bus afgeleverd. Deze bracht ons verder keurig op de plaats van bestemming. Reistijd Burgos - Santiago per bus is acht en een half uur.

De eerste 200 km is saai, droogte, graan, steeds dezelfde soort afgeplatte heuvels en naiet of nauwelijks struiken of bomen. Zo´n 50 km na Léon wordt het weer mooi, komt er meer begroeiing en weer hoge bergen. Ook de stijl van huizenbouw wordt dan ineens anders. Voor mij riep dat een veel prettiger sfeer op. De laatste 80 km voor Santiago wordt het een wat glooiend landschap.

De weg kruiste op een aantal plaatsen het wandelpad van de Camino. Hoe dichter bij Santiago we kwamen hoe meer aaneengesloten de rij werd van wandelaars. In Villafranca was de refuge op een sportcomplex. Het hele voetbalveld stond vol met tentjes. Met name de laatste 100 km is het een zeer massaal gedoe, hele schoolklassen lopen dat "stukje". Het klimaat is hier ook duidelijk anders. Wind van zee maakt het hier ´s-morgens mistig en veel koeler, in de middag in de zon blijft de temperatuur hier toch op 24 graden steken.

Vandaag, maandag 24 july, ga ik doen wat ik hier wou doen, waarvoor ik hier ben. Een kaarsje branden voor mijn vader in de kerk van St. Jacobus. Mijn afscheidsritueel, wat ik zo gemist heb.

Morgenochtend aan ik met de bus terug naar Nederland, waar ik woensdag in Rotterdam aankom. Als ik weer thuis ben vervolg ik deze verslagenreeks nog met één of meerdere eindverslagen.

Groet vanuit Santiago de Compostela.

Theo.

boven